Deze zwarte peper wordt geteeld door kleine boeren aan de zuidoostkust van het eiland langs de Indische Oceaan. Twee keer per jaar, in het voor- en najaar, is er een oogst. Alleen de rijpe rode besjes worden geplukt en in de zon gedroogd waardoor de besjes zwart en rimpelig worden. Afhankelijk van het oogsttijdstip en de behandeling wordt er zwarte – groene of witte peper verkregen. De zwarte peper heeft de pittigste smaak. De telers in het zuidoosten van Madagaskar bieden een uniek product met hoge kwaliteit. Het is een krachtige peper met geurige tonen en pittig in de mond. De boeren leveren hun producten aan het bedrijf Sangany dat mede opgezet is door de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie ICCO (icco.nl) dat werkt aan de verbetering van de specerijenketens in zuidoost Madagaskar. De boeren krijgen een eerlijke prijs voor hun producten en profiteren van trainingen en toegang tot microkredieten om in hun bedrijven te kunnen investeren.
Peper wordt in Madagaskar ‘dipoivatra’ genoemd wat een verbastering is van het Franse ‘du poivre’. De specerij is in het begin van de twintigste eeuw op het eiland geïntroduceerd vanuit Java. In de late jaren '30, kreeg de peper last van een ziekte (bruinrot) en is er een nieuw sterk ras geïntroduceerd genaamd ‘belontoeng’ uit Lampong Indonesië.